Alle goeds ook na 2016 ..

Aan het begin van zo’n nieuw jaar hebben we zoals altijd vele goede voornemens, ook voor het onderwijs.

kaart1

2015, o.a. met het #Onderwijs 2032 debat, de ‘Leerwijzer’ van de Nationale Denktank, Kindcentra 2020 en de proefballonnetjes van staatssecretaris Dekker, heeft ons een lawine aan ideeën opgeleverd voor toekomstgericht onderwijs. Ja collega’s, verandering is en blijft de enige constante in ons werk. Dat is ook niet verwonderlijk want onderwijs ligt in het hart van een vitale samenleving. Ieder maatschappelijk vraagstuk komt iedere dag op kindervoetjes onze klassen binnen.

Tijd om 10 goede voornemens met u te delen over de richting die ik de komende 10 jaar wel met ons onderwijs uit zou willen.

  1. Onderwijs wordt topprioriteit nummer één bij de komende verkiezingen in 2017. Toenemende geopolitieke spanningen, de maatschappelijke onrust en toegenomen onzekerheid leiden tot het urgentiebesef dat investeren in goed onderwijs essentieel is voor de gewenste samenleving van morgen. Historisch besef, culturele sensitiviteit, morele ontwikkeling en samenlevingsvermogen zijn de bouwstenen voor zo’n fundament. De maatschappelijke opdracht aan het onderwijs verandert.
  2. Ook de vorm willen we nog meer ‘passend’ maken. De basisschool wordt eerst een ‘kindcentrum’, maar groeit door naar een ‘Ontwikkelcentrum’ voor een leven lang leren. Naast de formele leeromgeving, die we school blijven noemen, is het een slim samenstel van publieke en private instellingen en organisaties die opvoeding, ondersteuning, opvang, onderwijs, ontmoeting, ontspanning, kortom ontwikkeling in de meest brede zin van het woord dient.
  3. Ook onze kijk op het beroep van leraar verandert. Één vaste leraar voor de klas heeft de langste tijd gehad. Niet alleen vanwege de flexibele openings-, onderwijs- en vakantietijden, maar ook omdat er meer specialisatie in het vak nodig is. Niet alleen voor het jongere- (0-8) en oudere (9-15) kind, maar ook als vakleraar, classroom-flipper, curriculumdeskundige), onderwijsinnovator of zorgspecialist.
  4. De leraar is slecht één van de vele professionals die straks in het Ontwikkelcentrum samenwerkt aan de ontwikkeling van kinderen. Naast andere bekende kindberoepen als de pedagogisch medewerker, de remedial teacher, de psycholoog of de JGZ consulent, zien we er straks ook nieuwe beroepen als de wijkpedagoog, gezinscoach, app-maker, feestorganisator, duurzaamheidsdeskundige en de bezinningsbegeleider ontstaan. Ook komen we een webfiliaal van de ‘thuisbezorg professional’ tegen of het nu voor de oppas, de bijles, de haal- en-breng service, de klusjes, de aanspraak of de boodschappen is.
  5. Het ‘Ontwikkelcentrum is een basisvoorziening vanaf 2 jaar, met gelijke kansen voor iedereen. Een beperkt aantal kerndoelen vormt het ‘harde curriculum’, is niet onderhandelbaar en wordt gerealiseerd in maximaal 60% van de onderwijstijd. Niet alleen cognitief, creatief of sportief talent ontwikkelen we daar, maar bijvoorbeeld ook dienstverlenend, zakelijk, technisch of ondernemend talent weten we te waarderen. Het Ontwikkelcentrum doet niet alleen aan talent(h)erkenning, maar werkt regionaal samen aan talentmaximalisatie. Wat in potentie tot de wereldtop kan behoren, brengen we zo vroeg mogelijk samen en ontwikkelen we doelgericht.
  6. Technologie heeft een verpletterende impact op de samenleving en dus ook op het onderwijs. Routinetaken als kopiëren van remediërend materiaal, huiswerk en correctie zullen verdwijnen. Nieuwe mogelijkheden blijven zich voortdurend aandienen. We staan open voor die ontwikkelingen, experimenteren ermee en bepalen kritisch wat bruikbaar is. Leren kan dan wel overal, altijd en met wie je wilt, maar voor je ‘vorming’ kom je naar school om daar zinvolle tijd onder ‘wijzen’ door te brengen.
  7. Leraren en andere begeleiders maken kinderen weerbaar, zelfstandig, ondernemend en innovatief. Daarom beschouwen we de school steeds meer als een leer-, leef- en werkgemeenschap, een soort eco-systeem waar je veilig kunt oefenen in samenleven 3.0. Daar werken we aan je ‘zelfvertrouwen’, helpen we je bij het slechten van je ‘frustratiedrempels’, leren we je om te gaan met anders denkenden en waarderen je ‘fouten‘ als essentieel onderdeel van je ontwikkelproces. Eerlijke directe feedback is daarvoor de sleutel.
  8. Ook aan de inhoud willen we graag wat veranderen. Onderwijs gaat over leren, ontwikkelen, over onze toekomst, over de samenleving verder willen brengen en focust op de grote uitdagingen voor de mens. Ons onderwijs wordt levensecht (onderzoekend, ontdekkend, ontwerpend en ondernemend), puzzelt met de paradoxen van deze tijd op het gebied van economie & ecologie (duurzaamheid), migratie & democratie (wereldburgerschap), rechtvaardigheid & zorg (moraliteit) en vraagt een andere kijk op kennisontwikkeling: Het gaat straks niet meer om wat je weet, maar wat je met die kennis doet.
  9. We gaan dus ook wat anders naar de toetsen kijken. Natuurlijk blijft het goed bepalen van de voortgang op de ‘basics’ van belang, maar dan minder in de vorm van gestandaardiseerde toetsen en een leerling(achter)volgsysteem, maar meer als behaalde mijlpalen in je ontwikkelportfolio. We werken in samenspraak met ouders en andere professionals aan pedagogische-, didactische-, sociale- en morele ontwikkeldoelen voor ieder kind.
  10. En we gaan onderwijs ontdoen van haar stoffig imago. Onderwijs is vitaal, het bruist, het is iedere dag anders en vraagt heel veel van ons als mens en als vakman of -vrouw. Leraar zijn is een roeping, een professie, een top(sport)baan! Dat gaan we iedere dag laten zien, dat stralen we uit in onze aanpak, dat maken we duidelijk in positieve verhalen en dat laten we merken in het plezier dat we met elkaar beleven in de school.

Collega´s, het mooie van onderwijs is dat het iedere dag opnieuw gemaakt wordt. Ook in 2016 weer.

Laten we er samen weer een boeiend jaar van maken.

Geef een reactie